De overwinning van Mathieu van der Poel in de Ronde van Vlaanderen was fenomenaal, briljant, weergaloos en nog meer van dat. Maar het meest indrukwekkende was de gigantische uithaal van Tadej Pogačar op de Oude Kwaremont. De Sloveen slingerde zich een weg tussen vroege- en late vluchters door, die eerder leken op een stel amateurfietsers die op zaterdag de toerversie reden en nog altijd niet binnen waren. Voor mij was dit hét bewijs dat hij ‘de moderne Kannibaal’ is.
Pogačar’s imposante vertoning en versnelling kreeg een vervolg op de Koppenberg, om daarna op de laatste combi ‘Kwaremont-Pater’ opnieuw uit te halen. Mathieu van der Poel stond op kraken en moest dieper gaan dan ooit om Pogačar te volgen. Hoewel ik trots was op de winst van Mathieu (het is immers een Nederlander), hoopte ik stiekem meer op een zege van de jonge Sloveen. Door geklungel in de krankzinnige sprint kwam het er niet van. Desalniettemin was Pogačar duidelijk de sterkste man in koers. En dat voor een tweevoudig Tourwinnaar… Dat is allesbehalve normaal voor deze tijd. Sterker nog; het is Merckxiaans!
De moderne Kannibaal
Nu hij ook in Vlaanderen specialisten tot figuranten degradeert en alleen de allerbeste renners hem kunnen volgen, is Pogačar verreweg de meest complete renner van de afgelopen decennia. Wat hij dit seizoen tot dusver liet zien is meer dan bijzonder. Winst in de UAE Tour, Strade Bianche en Tirreno – Adriatico, een grote show op de Poggio in Milaan – Sanremo en het veroveren van de Vlaamse wielerharten in ‘de Hoogmis’. Hij lijkt het te doen met speels gemak, een enorme dosis plezier en een flinke portie aanvalslust, waarbij lange solo’s allesbehalve een zeldzaamheid zijn.

Ik heb hen nooit live mogen aanschouwen, maar wat ik ervan weet is de manier van koersen van Pogačar vergelijkbaar met dat van legendes als Fausto Coppi, Eddy Merckx en Bernard Hinault. Met zijn dominante houding in alle grote wedstrijden lijkt niets hem meer in de weg te staan om een palmares op te bouwen dat lijkt op dat van Eddy Merckx. Waar België al decennia lang tevergeefs op zoek is naar ‘een nieuwe Kannibaal’ is, is Tadej Pogačar opgestaan als ‘de moderne Kannibaal’.
Strijd tegen de superspecialisten
Nee, het daadwerkelijk evenaren van het palmares van Eddy Merckx lijkt vrijwel onmogelijk. Laat staan het overtreffen ervan. De wielerwereld van nu is een hele andere dan die van de jaren ’70. Waar destijds de grootste wedstrijden onderverdeeld werden onder een handjevol supersterren, gaat Pogačar in deze tijd de strijd aan met superspecialisten en -sterren op iedere discipline. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de dubbel Giro-Tour, dat anno nu veel complexer is dan in Merckxs’ hoogtijdagen.
Een eerlijke vergelijking trekken tussen Merckcx en Pogačar is dus onmogelijk. Daarvoor zijn de omstandigheden en tijdperken te verschillend van elkaar. De komst van een ‘nieuwe Kannibaal’ is dan ook uitgesloten, maar wanneer ‘de moderne Kannibaal’ de huidige tendens in zijn carrière voortzet schaaft hij aan de spreekwoordelijke stoelpoten van Eddy Merckx. De gedachte over wat er allemaal mogelijk is in de carrière van Pogačar doet vermoeden dat hij in de toekomst aanspraak maakt op de titel ‘beste wielrenner aller tijden’.
‘De beste wielrenner aller tijden‘
Na zondag 3 april 2022 is de vraag niet ‘of’, maar ‘wanneer’ de Sloveen wint in Vlaanderen. En kan hij dit kunstje ook in Roubaix? En hoe vaak gaat hij de Tour nog winnen? Hoe vaak wint hij Luik en Lombardije? Hoe vaak krijgt hij een parcours op maat op het WK? Heeft hij überhaupt een parcours op maat nodig? Wanneer gaat hij naar de Giro?
Allemaal vragen die duiden op het feit dat Pogačar een wielrenner is met ongekende mogelijkheden. Een wielrenner die imponeert in het hooggebergte en tegelijkertijd straalt bij het horen van de naam ‘de Koppenberg’. Een uniek persoon en een unieke coureur. De moderne Kannibaal. En misschien – héél misschien – de toekomstige ‘beste wielrenner aller tijden’.